dinsdag 15 juli 2008

Christus in de Eucharistie

De aanval van de Katholieke Kerk door Protestanten zijn vaak gericht op de Eucharistie.
Dit laat zien dat opponenten van de Kerk – voornamelijk Evangelicalen en Fundamentalistische Protestanten –de kern van de doctrines van Katholisisme herkennen.
Wat meer is, de aanvallen laten zien dat Fundamentalisten niet altijd alles letterlijk beschouwen.
Dit ziet men in hun interpretatie van fundamentele Bijbelse passages, hoofdstuk zes van de Evangelie volgens Johannes, waarin Christus spreekt over de Sacrament die tijdens de Laatste Avondmaal gegrondvest word. Dit artikel behandeld de laatste helft van Johannes hoofdstuk 6.

Johannes 6:30 begint met een formele conversatie die plaats vond bij de synagoge in Kafarnaüm .
De Joden vroegen aan Jezus welke teken Hij kon doen zodat ze in Hem zouden geloven. Als een uitdaging, hebben ze opgemerkt dat “onze voorouders aten manna in de woestijn”. Kon Jezus dat overtreffen? Hij vertelde hun dat het echte brood uit de hemel van Zijn Vader komt. “Geef ons altijd dit brood”, zeiden ze. Jezus antwoordde, “Ik ben het brood dat leven geeft”; Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben” . Op dit punt begrepen de Joden dat Hij figuurlijk sprak.

Keer op Keer

Jezus herhaalde wat Hij zei, daarna een samenvatting: “Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dát brood eet, zal men leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, voor het leven van de wereld.’ Toen ontstond er onder de Joden een discussie: ‘Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?” (Johannes 6:51–52).

Zijn toeschouwers waren verstomd omdat zij begrepen dat Jezus letterlijk sprak – en correct. Daarna herhaalde Hij zijn woorden, maar met een grotere nadruk, en introduceerde de argument over het drinken van Zijn bloed: “Waarachtig, Ik verzeker u: als u het vlees van de Mensenzoon niet eet, als u zijn bloed niet drinkt, is er geen leven in u. Maar wie mijn vlees en bloed eet en drinkt, die bezit eeuwig leven: op de laatste dag laat Ik hem opstaan, want mijn vlees is echt voedsel, mijn bloed is echte drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft met Mij verbonden en Ik met hem” (Johannes 6:53–56).

Geen Correcties

Merk op dat Jezus geen poging maakte om wat hij zei te verzwakken, geen poging om “misverstanden” te verbeteren, omdat er geen een was. De toeschouwers van onze Heer begrepen Hem precies. Ze dachten niet meer dat Hij in metaforen sprak. Als ze dat hadden gedaan, als ze Hem verkeerd begrepen hadden, waarom geen correcties?

Tijdens andere gebeurtenissen wanneer er een misverstand was, legde Christus uit wat Hij precies bedoelde (Matteüs 16:5-12). Hier, waar er een enkele misverstand fataal zou zijn, was er geen enkele poging door Jezus om het te corrigeren. In plaats daarvan, herhaalde Hij zichzelf voor een grotere nadruk.

In Johannes 6:60 lezen we: “Velen van zijn leerlingen die Hem gehoord hadden, zeiden: ‘Dit zijn harde woorden. Wie kan daar nog naar luisteren? Dezen waren zijn discipelen, mensen die gewend waren aan Zijn opmerkelijke manieren.

Hij waarschuwde ze om niet vleselijk te denken, maar spiritueel: “Het is de Geest die levend maakt, het vlees helpt niets. De woorden die Ik tot jullie gesproken heb, zijn geest en leven”. (Johannes 6:63; 1 Korintiërs 2:12-14).

Maar Hij wist dat sommigen niet geloofden. (Het is hier, in de verwerping van de Eucharistie, dat Judas afvallig werd; zie Johannes 6:64). “Toen keerden velen van zijn leerlingen Hem de rug toe en trokken niet langer met Hem mee” (Joh. 6:66).

Dit is de enige registratie die we hebben van enige volgelingen van Christus die Hem verloochenen voor pure redenen van doctrine.

Als dit allemaal een misverstand was, als ze de fout hadden gemaakt een metafoor letterlijk te nemen, waarom heeft Hij hun niet teruggeroepen om het recht te zetten? Zowel de Joden, die Hem wantrouwden, en Zijn discipelen, die tot nu toe alles hadden geaccepteerd, zouden bij Hem gebleven waren als Hij gezegd had dat Hij alleen symbolisch sprak.

Maar Hij heeft deze protesteerders niet gecorrigeerd. Twaalf keer zei hij dat hij het brood is die van de hemel kwam; vier keer zei hij: ”Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt.”. Johannes 6 was een verlengde belofte voor wat hij zal instellen tijdens het Laatste Avondmaal — en het was een belofte dat niet duidelijker kon zijn. Zo zou het zijn voor een Katholiek. Maar wat zeggen Fundamentalistische Protestanten?

Simpelweg Figuurlijk?

Ze zeggen dat Jezus in Johannes 6 niet over fysieke eten en drank, maar over spirituele eten en drinken. Ze citeren Johannes 6:35: “Jezus antwoordde: ‘Ik ben het brood om van te leven. Wie naar Mij toe komt krijgt geen honger meer, en wie in Mij gelooft krijgt nooit meer dorst”. Ook claimen ze dat tot Hem komen brood is, en geloof in Hem hebben drank is. Dus, zijn vlees eten en bloed drinken betekenen gewoon in Christus geloven.

Zoals Pater John A. O’Brien uitlegd, “Wanneer we de zin ‘’vlees eten en bloed drinken’, figuurlijk gebruiken onder de Joden, als ook onder de Arabieren van vandaag, betekend dat om een persoon een erge verwonding te geven, speciaal tijdens laster of bij valse beschuldigingen.

Om die zin figuurlijk te interpreteren dan zou het betekenen dat de belofte die onze Heer maakte voor een eeuwige leven schuldig zou maken om Hem te belasteren en haten,dan zou het die hele passage reduceren tot het uiten van absurditeit” (Pater O’Brien, The Faith of Millions, 215). Voor een voorbeeld van de toepassing hiervan, zie Micha 3:3 “Zij verslinden het vlees van mijn volk. Zij villen hen,
zij breken hun botten, zij snijden hen in stukken, als vlees dat de pot in moet, als lappen voor de braadpan”.

Fundamentalistische schrijvers die Johannes commentariëren beweren ook dat iemand kan laten zien dat Christus alleen maar metaforisch sprak dor verzen met elkaar te vergelijken zoals Johannes 10:9 “Ik ben de deur” en Johannes 15:1 “Ik ben de ware wijnstok”. Het probleem hiermee is dat er geen aansluiting is met Johannes 6:35, “Ik ben het brood des levens”.

“Ik ben de deur” en “Ik ben de wijnstok” hebben een logica als metaforen omdat Christus als de deur is —we gaan naar de hemel via Hem—en Hij is ook als een wijnstok—we krijgen onze spirituele sap door Hem.
Maar Christus neemt Johannes 6:35 verder voorbij symbolisme door te zeggen, “Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank (Johannes 6:55).

Hij vervolgd: “Zoals de levende Vader mij gezonden heeft, en ik leef door de Vader; zo zal wie mij eet, leven door mij (John 6:57). Het Griekse woord die hier gebruikt word voor “eten” (trogon) is heel bot en betekend “kauwen” of “aanvreten”. Dit is niet metaforische taal.

Hun Primaire Argument

Voor Fundamentalistische scrijvers is de Bijbelse argument afgerond wordt door een beroep of Johannes 6:63: “Het is de Geest die levend maakt, het vlees helpt niets. Wat ik gezegd heb is Geest, en leven”.

Ze zeggen dat dit betekend dat het eten van echt vlees is een verkwisting is. Maar is dit logisch?

Moeten we begrijpen dat Christus net Zijn discipelen had opgedragen om Zijn vlees te eten, en daarna zei dat het zinloos is om dit te doen?be pointless?

Is dit wat “het vlees helpt niets” betekend? “Eet Mijn vlees, maar je zal er achter komen dat het een tijdsverspilling is” — is dat wat Hij zei? Nauwelijks.

Maar het feit is dat het lichaam van Christus veel baat! Als het niets zou helpen, dan was de Zoon van God voor niets zijn belichaamd, dan stierf Hij voor niets, en stond op uit de dood voor niets. Het vlees van Christus baat ons veel meer dan van iemand anders in de hele wereld.